Soedan: Een nieuw leven op een kraterrand
Reisverhaal
Thika Travel, Thika-opichter Joost Tania
Regelmatig vragen klanten mij hoe Thika Travel is ontstaan. Dat is een spannend verhaal waar ik graag over uitweid. Want wat drijft twee jonge mensen, mijn toenmalige partner Hilde en ik om, vanachter een bureau in een bescheiden slaapkamer in Amstelveen, een bedrijfje te starten dat zich – in eerste instantie – richt op reizen naar Zimbabwe en Malawi?
Tja, voor het antwoord moet ik u mee terug nemen in de tijd. Naar 1985. Eind oktober stappen we in het vliegtuig. Dit nieuwe avontuur zal ons van het noorden tot het zuiden van Afrika voeren.
Op zoek naar de verborgen krater van Afrika
Via Egypte reizen we naar Soedan. 1985-86 is de periode van de hongersnood in Soedan. In de hoofdstad Khartoem melden we ons aan voor vrijwilligerswerk bij Artsen Zonder Grenzen. We begeleiden een medicijntransport door de woestijn. Als één van de chauffeurs uitvalt rijden we een truck naar het westen.
Hier komen we in contact met een Engelsman die te paard een prachtige en tot onze verbeelding sprekende tocht heeft gemaakt. Met een Soedanese metgezel heeft hij de op-een-na-grootste krater van Afrika (Ngorongoro in Tanzania is de grootste) bereikt. Kaarten van dit gebied zijn er niet, want het was en is nog steeds militair gebied, pal op de grens met buurland Tsjaad. Gelukkig beschikt de Engelsman over een fotografisch geheugen en tekent hij met grote precisie de plek van de uitgestrekte krater van Jebel Marra en de enige zoetwaterbron op de kraterrand.
Echt contact met de lokale bevolking
Tijdens onze expeditie worden we bij het opzetten van de tent regelmatig met open mond aangestaard door de mensen uit de dorpjes. Wat komt er uit dat zakje? Een heel huis dat in tien minuten wordt opgebouwd?! De rest van het dorp stroomt uit, we zijn de held van de dag.
Als de tumult weer gezakt is, komt een oude man aanlopen. Hij mompelt iets onverstaanbaars. Ik doe mijn best met mijn beperkte Arabisch, maar begrijp niets van wat hij wil. Hij staat met een ezelsdrol in zijn hand en wijst op ons vuur. Uiteindelijk legt hij de drol aan de rand van het vuurtje en loopt naar zijn hut. Een halfuur later keert hij terug en haalt grijnzend zijn smeulende drol naar boven. Ik loop met hem mee om te zien wat hij er mee doet en ben ontroerd als ik zie dat hij hiermee zijn eigen vuur start en mij omhelst als dank.
Na een tocht van enkele weken staan Hilde en ik op die kraterrand, uitkijkend over twee enorme meren op de bodem. We vinden de zoetwaterbron. Letterlijk onze redding, want het was een tocht van dagen sinds de laatste, bijna opgedroogde bron. ‘Jodo’ en wijzelf laven ons aan het opgevangen water. Het druppelt tergend langzaam uit de bron, half verscholen onder een rotsblok.
Als we twee dagen later afdalen naar de kraterbodem en de metershoge zoutformaties zien rond beide meren, beseffen we nog eens het belang van die zoetwaterbron: het is de enige in dit enorme, ongerept gebied!
Dit is de echte oorsprong van het huidige Thika. En dus niet Zimbabwe, waar we verderop in onze reis ons hart verliezen aan de bush en de bijzondere gidsen en waar onze plannen voor Thika definitief vorm zullen krijgen. Hier, in Soedan, uitkijkend over de immense krater met haar zoutmeren, grillige zoutformaties en kuddes wilde paarden en geen mens behalve Hilde en ik, denken we terug aan de gulheid van de dorpelingen. Aan de smeulende ezelsdrollen in het vuur. Aan de half ontblote vrouwen, die staan te zwoegen in diepe waterputten om hun vee te drinken te geven en ons helpen met het ophalen van ons water. En soms uren met ons meelopen, de juiste richting wijzend.
Dit mogen we niet voor onszelf houden. Dit willen we niet voor onszelf houden. Zulke belevingen willen we delen met anderen. Delen: de basis voor Thika Travel is gelegd.
Benieuwd hoe Thika vervolgens in Zimbabwe echt gestalte krijgt? Hier leest u het vervolg.