Trier en omgeving - Romeinen aan Moezel en Saar
5-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- Duitsland
- Archeologie
- Cultuur
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +4

door drs. Alexander van de Bunt
Wie denkt aan Romeinse pracht en praal, ziet al snel het Colosseum, de thermen van Caracalla of de tempels op het Forum voor zich. Maar je hoeft echt niet naar Italië om deze Oudheid op te snuiven. Vlak over de grens, in de Duitse Moezel- en Saarstreek, staan imposante Romeinse bouwwerken die moeiteloos de tand des tijds hebben doorstaan. Hier aan de oevers van de Moezel, omringd door glooiende wijngaarden, liggen de geheimen van een vergeten hoofdstuk van de Romeinse architectuur.
Neem Trier, de stad die ooit Augusta Treverorum heette. Hier staat de beroemde Porta Nigra, de best bewaarde stadspoort van Romeins Duitsland, nog altijd statig overeind. Maar Trier heeft meer: de keizerlijke thermen, de Basilica van Constantijn en een amfitheater dat naast vermaak ook diende als stadspoort. Deze overblijfselen spreken nog steeds tot de verbeelding en geven ons een glimp van de grandeur die Trier tussen de tweede en vierde eeuw als Romeinse hoofdstad kende. Zelfs Goethe kon zich niet inhouden en schreef vol bewondering over de monumenten toen hij in 1792 op weg naar Luxemburg was. Hij beschreef de Igeler Säule, een monumentale grafzuil van 23 meter, als een kunstwerk dat ons ondanks zijn oorlogszuchtige tijdperk een gevoel van levensvreugde meegeeft. Na ruim 1800 jaar staat deze zuil er nog steeds fier bij, samen met de nog oudere Drusstein in Mainz.
Het absolute pronkstuk in Trier zijn de Barbarathermen, het grootste thermencomplex ten noorden van de Alpen. Hier liet de Heilige Roomse keizer Maximiliaan in 1514 zijn nieuwste kanonnen testen, maar zijn projectielen ketsten krachteloos af op het Romeinse beton. Het geheim van dat onbreekbare mengsel? Wetenschappers ontdekten later dat de Romeinen ongebluste kalk toevoegden aan hun beton, wat het oersterk maakte. Een krachtig bewijs van Romeins vernuft.
Verspreid door de Moezelstreek liggen ook de villae rusticae – luxe buitenhuizen van de welgestelde Romeinen die de stad even achter zich wilden laten. Hier genoten ze van het landelijke leven, en niet zonder reden: de villa’s waren niet alleen plekken om te ontspannen, maar ook ware productiecentra. De Romeinen teelden er wijn, een erfenis die we vandaag nog steeds proeven in de beroemde Moezelwijnen. Hoewel de eerste officiële vermeldingen van wijnbouw in de regio dateren uit de negende eeuw, hoeven we er niet aan te twijfelen dat de Romeinen de wijnstok al ruim eeuwen eerder hadden geplant.
Rome heeft dus niet het alleenrecht op de grandeur van de Oudheid. De Moezel- en Saarstreek bewijzen dat de nalatenschap van de Romeinen ook buiten Italië springlevend is, van magistrale villa’s tot thermen en wijnbouwtradities. Voor wie de weg van het verleden wil bewandelen, biedt deze regio een reis door de tijd, naar een wereld waarin architectuur en het goede leven samenkwamen, dicht bij huis.
Onze thematische cultuurreizen worden verrijkt door deskundige specialisten uit het vak die graag hun expertise en kennis met u delen.