India - Tussen maharadja en Mahatma
10-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- India
- Cultuur
- Architectuur
- Geschiedenis
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +5
Alles staat ingepakt. Check, check, dubbelcheck: twee dikke slaapzakken, mijn thermische slaapmatje, handschoenen… Straks zit ik in India op 3500 meter hoogte met -25°C gevoelstemperatuur. Extra jassen, zonnebril… Het betere inpakwerk! Ik heb nog nooit met zoveel kilo gereisd. De spanning stijgt, ik ben echt opgewonden en weet zeker dat ik de sneeuwluipaard ga zien. Dat alleen is al voldoende – als er dan ook nog mooie foto’s bij komen kan mijn jaar niet meer stuk!
De wekker gaat af om 05.30 uur en ik neem een heerlijke warme douche. Het zal elf dagen duren voordat dit weer mogelijk zal zijn: in Leh is er in de winter geen stromend water. Alle buizen bevriezen, dus je krijgt warm en koud water in bakken op je kamer en dan kun je zelf mengen. De opwinding giert door mijn lijf. De vlucht vertrekt op tijd en we hebben direct al zicht op de besneeuwde bergtoppen. Prachtig! Ik zou zeggen dat dit uitzicht over een besneeuwde Himalaya alleen al de moeite waard is, maar dan doe ik het sneeuwluipaard te kort. Het is zo gaaf om hier te vliegen! Na ruim een uur landen we en de grijns is niet van mijn gezicht te slaan.
Ik vertel tussendoor even waar de naam Grijze Geest nu eigenlijk vandaan komt. Zo noemt de bevolking het sneeuwluipaard hier en er is en ongeschreven regel dat je dat ook doet, totdat je ‘m zelf gezien hebt. Daarna mag je ‘m sneeuwluipaard noemen… Hoop dat dat snel is!
Dé grote dag! Het gaat gebeuren! Nog een laatste keer wassen met warm water. Dan omhoog langs de Indusrivier met af en toe een stop om foto’s te maken. Links prachtig besneeuwde bergen, en rechts de bruine. Na ongeveer één uur stoppen we in Zinchen – twee huizen en een paardenhoofd op 3517 meter hoogte – en gaat de bagage op de paarden terwijl wij lopen. Het blijkt al snel dat de anderen een hoog tempo hebben maar ik loop mijn eigen ritme en kom er ook wel. We steken vijf of zes keer de bevroren rivier over. We rijden verder, rechtsaf een smallere vallei in en omhoog naar het piepkleine plaatsje waar we de komende week verblijven: Ulley.
De zon gaat achter de bergen om drie uur ‘s middags en dan is het meteen ijskoud. Men had gezegd rustig aan te doen de eerste middag om aan de hoogte te wennen, maar met een groepje gaan we toch aan de wandel om een beetje op te warmen. 06.30 wakker, -12°C, brrrr. We zitten nét aan het ontbijt als onze kok, Sonam, door de scope kijkt. “LUIPAARDEN!” Die zie ik dus meteen goed! Ze liggen samen bovenaan de berg en zijn moeder en dochter. Grote consternatie en iedereen komt bij ons staan. Geweldig. Lang gespot, één luipaard weg, weer terug, en wij maar kijken. Emotioneel om ze zo saampjes tegen elkaar aan te zien liggen. En ik maar kijken, kijken, kijken… Mijn trip kan niet meer stuk!
We trekken met onze gids Chitta naar een naastgelegen vallei om daar te speuren. Het blijft frisjes, ook al staan we in de zon. Lunch wordt al weer gekookt. Er wandelt een yak door het kamp die wat te eten krijgt. Dat gebeurt dan elke dag. Hij staat op het randje naar beneden te kijken en als de kok met de zak voeder omhoog loopt, steekt hij zijn snuit erin. Als ik eindelijk terug ben in de lodge en éven met mijn voeten omhoog zit, hoor ik buiten commotie. “LEOPARD!” Ik race de tent uit en zie haar langs de berg lopen. Cameralenzen klikken en ik geniet.
Een deel van de groep trekt er vandaag op uit. Ik blijf hier, op een richel. Gelukkig staat er geen wind anders wordt je er zo afgeblazen. Ik heb een adembenemend uitzicht over de dalen – maar geen luipaard. Wat ik aan heb? Lang onderhemd, coltrui, dun fleecejack, dun donsjack, Quark fleecejack, mouwloos donsjack en windjack. Oorwarmband, muts, en een dubbele capuchon van beide jacks. Ik zie eruit als een Michelinvrouwtje. Lekker. Lang leve de kou!
Ik word wakker met een dik pak sneeuw! Na het ontbijt speuren we, maar we vinden niets en gaan dus op pad. Sommigen gaan weer de berg op en ik wandel met Sonam naar een plek waar je drie valleien tegelijk kunt scannen. We zitten op een rots en kijken door de scope. Rood- en geelsnavelkraaien vliegen me om de oren. Prachtig om hier zo in alle stilte te zitten. Op de helling zie ik drie grazende blauwschaapvrouwtjes. Nu het sneeuwluipaard nog. Scannen, scannen, scannen – maar niets.
De volgende ochtend. Er zijn veel sporen, vanuit de vallei waar ik gisteren liep. Stel je voor dat je hem gewoon tegenkomt…! Een lichte spanning maakt zich van ons meester. Zouden we ‘m vandaag nog zien? Net als ik klaar ben om op pad te gaan klinkt er gefluit uit het dal. Iedereen schiet in de paniek: sneeuwluipaard gezien! Als malloten rennen we de berg op. Twee sneeuwluipaarden, ver weg. Ik vraag me af hoe onze gids dit kan ontdekken. We klimmen naar beneden om dichterbij te komen. Steile berg af, hier ook pootsporen in de sneeuw. Geweldig – hier kom ik voor! Dan weer omhoog en daar zit ze, in volle pracht. Twee uur lang genieten we van dit wonder der natuur. Dan laat ze een contactroep horen naar haar moeder en loopt naar boven. Ik volg haar met mijn ogen en probeer niet eens foto’s te maken. Dit… Dit staat op mijn eigen harde schijf, voor eeuwig!