
Het Berlijn van de Hohenzollern
- Duitsland
- Cultuur
- Geschiedenis
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +4
Geen Europese metropool heeft vermoedelijk zo vaak een gedaanteverwisseling ondergaan als Berlijn. Mede als gevolg van de ongekende verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog en de uiteenlopende wederopbouw tijdens de Duitse deling is de stad de afgelopen eeuw opnieuw onherkenbaar veranderd. Anders dan bij Parijs of Londen zou een inwoner van Berlijn van 150 jaar geleden zijn stad nu amper terug herkennen. Vergeleken bij deze beide andere wereldsteden, die al in de Romeinse tijd bestonden, is Berlijn ook een vrij jonge stad.
Mede daarom vormt het Berlijn dat door de dramatische gebeurtenissen sinds 1918 is ontstaan meestal het hoofdthema van reizen naar de Duitse hoofdstad. Maar een eeuw geleden telde Berlijn al twee miljoen inwoners, en die hebben ondanks de vele make-overs ook hun sporen nagelaten. Voor wie een beetje zoekt valt er ook in het huidige Berlijn nog genoeg aan sporen van dat oudere Berlijn te vinden.
Dat wat minder bekende Berlijn van voor de Eerste Wereldoorlog vormt het thema van deze academische reis: het Berlijn vanaf zijn ontstaan in de Middeleeuwen tot 1918, toen Berlijn de residentie van de dynastie der Hohenzollern was: eerst als de keurvorsten van Brandenburg (tot 1701), vervolgens als koningen van Pruisen (1701-1871), tenslotte als keizers van Duitsland. Als autocratische heersers hebben zij zeer sterk hun stempel gedrukt op hun hoofdstad en de door hen gestichte nevenresidentie Potsdam, in zekere zin de Pruisische tegenhanger van Versailles, die uiteraard ook op het programma staat. Niet alleen de eigen paleizen, deels in de Tweede Wereldoorlog gespaard, deels nadien herbouwd (inclusief het zeer omstreden Stadslot), ook veel musea en kerkgebouwen ontstonden op vorstelijk initiatief.
Wat daarbij de Hohenzollern als opdrachtgevers extra interessant maakt is dat zij daarbij – anders dan de meeste andere Europese vorstenhuizen – bij de vormgeving van het stadsbeeld van Berlijn en Potsdam ook ieder een duidelijke persoonlijke smaak aan de dag legden, en niet nalieten om deze soms tegen de zin van hun veel deskundiger architecten door te drukken. Van elk van hen zullen we voorbeelden te zien krijgen. De Grote Keurvorst (1640-1688) zocht zijn voorbeelden in Nederland, Frederik I (1688-1713) in Frankrijk, Frederik de Grote (1740-1786) in Italië, Frederik Willem II (1786-1797) in Engeland. Frederik Willem III (1797-1840) bevorderde als beschermheer van de bekende bouwmeester Schinkel het neoclassicisme, Frederik Willem IV (1840-1861) als romanticus de neogotiek. De meest eigenwijze was keizer Wilhelm II (1888-1918), die het dispuut over het ontwerp voor de Rijksdag eenvoudig besliste met de woorden:”Meine Herren, das machen wir so”.
Onze thematische cultuurreizen worden verrijkt door deskundige specialisten uit het vak die graag hun expertise en kennis met u delen.