Kunstcollecties in de Beierse hoofdstad en omgeving
5-daagse Groepsreis (Nederlandstalig)- Duitsland
- Cultuur
- Kunst
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- +4
‘Laten we een nieuw gilde van handwerkslieden stichten zonder het klassenonderscheid dat een muur van hoogmoed optrekt tussen kunstenaars en handwerkslieden. Laten we gezamenlijk het nieuwe bouwwerk van de toekomst nastreven, bedenken en scheppen, dat architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst in één vorm zal omvatten en dat op een dag uit de handen van miljoenen handwerkslieden tegen de hemel zal oprijzen als het kristallen symbool van een nieuw geloof’. Zo schreef de Berlijnse architect Walter Gropius, oprichter van het Bauhaus, in het manifest van het Staatliches Bauhaus in Weimar in 1919.
Aanvankelijk was het Bauhaus gevestigd in Weimar, in de gebouwen van de kunstacademie en kunstnijverheidsschool die eerder door de bekende Belgische art nouveau architect Henry van de Velde waren ontworpen. Toen de Belg bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Duitsland moest verlaten, droeg hij Gropius als zijn opvolger voor. In het Bauhaus gingen beide typen onderwijs samen, waarbij het verschil tussen ‘hoge kunst’ en het ontwerpen van gebruiksvoorwerpen werd opgeheven. Een gilde van kunstenaars en handwerkslieden zou samenbouwen aan de kathedraal van de toekomst, de kerk van het socialisme. De naam Bauhaus werd ontleend aan de middeleeuwse Bauhütte. Op het omslag van het Bauhaus-manifest prijkte een houtsnede van een gotische kathedraal, gemaakt door de AmerikaansDuitse expressionist Lyonel Feininger.
Bekende kunstenaars
Aan het begin van de interdisciplinaire en internationale opleiding stond de ‘Vorkurs’. De studenten leerden hier op pedagogisch vooruitstrevende en experimentele wijze om te gaan met allerlei technieken en materialen. Iedere discipline had zijn eigen werkplaats: keramiek, weverij, metaalbewerking, houtbewerking, grafische vormgeving, wandschilderkunst, etcetera. In Dessau kwamen daar later architectuur, fotografie en reclame bij. Iedere werkplaats had een werkmeester en een vormmeester voor respectievelijk de technische en esthetische aspecten. Gropius had een aantal bekende kunstenaars als professor aangesteld. Onder hen waren Paul Klee, Lyonel Feininger, Oskar Schlemmer, Wassily Kandinsky, Laszlo Moholy-Nagy en later de Nederlanders Mart Stam, Piet Zwart en Johan Niegeman. Zo werd het Bauhaus een trefpunt van de internationale avant-g
Stalen buismeubelen
In 1925 wilde de conservatieve Weimarer overheid het Bauhaus niet langer financieren. Gropius vertrok vervolgens met vrijwel alle professoren naar de industriestad Dessau. Hier ontstond een vruchtbare samenwerking met de plaatselijke industrie. Van het ietwat esoterische op de middeleeuwen geïnspireerde gilde-ideaal van het Weimarer Bauhaus verschoof de focus steeds meer naar een samengaan van kunst en techniek, waarbij het accent niet meer lag op het individuele kunstwerk, maar op goed ontworpen gebruiksvoorwerpen, die geschikt waren voor massaproductie. In Dessau ontstonden de bekendste producten en architectuur zoals de stalen buismeubelen van Marcel Breuer en Mart Stam, de theepot van Marianne Brandt, de Bauhauslamp van Wilhelm Wagenfeld en de gebouwen van Walter Gropius. Hij ontwierp het nieuwe schoolgebouw, de woningen voor de professoren, een arbeidsbureau en de uitbreidingswijk Törten in Dessau. In 1928 volgde Hannes Meyer, leider van de architectuuropleiding, Gropius op als directeur. De marxist Meyer legde de nadruk op sociaal-politieke aspecten zoals het vervaardigen van goede, betaalbare producten en woningen voor iedereen. De galerijflat in Dessau en de vakbondsschool in Bernau zijn voorbeelden van Meyers ideeën. Veel studenten radicaliseerden en werden communist. Omdat het gemeentebestuur Meyer hiervoor verantwoordelijk hield werd hij ontslagen.
Architectuur en esthetica
Op aanraden van Gropius werd architect Ludwig Mies van der Rohe in 1930 als opvolger aangesteld. De apolitieke Mies van de Rohe had furore gemaakt met het Duitse paviljoen op de wereldtentoonstelling van Barcelona in 1929. Kunsttheoretische en sociaal-politieke thema’s interesseerden hem niet, hem ging het om architectuur en esthetica. Desondanks moest het Bauhaus sluiten, toen in 1932 in Dessau de nationaalsocialisten de meerderheid kregen. Mies van der Rohe zette het Bauhaus voort als particulier opleidingsinstituut in een oude fabriek in Berlijn, totdat ook hier de nationaalsocialisten ingrepen en het Bauhaus voorgoed werd gesloten. De meeste professoren en studenten ontvluchtten Nazi-Duitsland. In de krap veertien jaar van zijn bestaan hebben 1400 studenten uit negenentwintig landen gestudeerd aan het Bauhaus en vervolgens het gedachtegoed over de hele wereld verspreid.