Bahrein: De parels van Cartier
Reisverhaal
Rawaa Talass, Arab News
LONDEN: In 1916 zag een jonge vrouw, Maisie Plant, de duurste ketting ter wereld. De prijs bedroeg het vorstelijke bedrag van een miljoen dollar (vandaag de dag meer dan 27 miljoen dollar). De ketting, die tentoongesteld werd in de vitrine van het Franse juwelenmerk Cartier in New York, bestond uit twee strengen van ongeveer 100 glanzende parels. Wat er vervolgens gebeurde was een duizelingwekkende zakelijke overeenkomst tussen de derde generatie juwelier Pierre Cartier en Maisies veel oudere echtgenoot, de Amerikaanse financier Morton Plant.
Plant bezat een herenhuis - ook getaxeerd op een miljoen dollar - aan de chique Fifth Avenue in New York. De twee mannen sloten een overeenkomst: Plant zou Cartier zijn herenhuis geven in ruil voor de halsketting. Het elegante herenhuis werd omgebouwd tot een gloednieuwe Cartier-winkel, die er tot op de dag van vandaag staat.
In het begin van de 20e eeuw waren parels een teken van rijkdom en macht en sierden ze de polsen, decolletés en hoofden van royals en socialites. “Parels waren hét. Dat wilde iedereen, meer dan wat dan ook, op een manier zoals diamanten dat nu misschien zijn,” vertelde Francesca Cartier Brickell, de Engelse schrijfster van ‘The Cartiers’ - en directe afstammeling van de familie - aan Arab News. “Parels waren de waardevolste objecten ter wereld. Eén parel was vier keer zoveel waard als een diamant van dezelfde grootte.”
Volgens Brickells overleden grootvader Jean-Jacques Cartier, die het bedrijf in de jaren zeventig verkocht, werden in 60 procent van Cartiers ontwerpen natuurlijke parels verwerkt. Dit werd grotendeels mogelijk gemaakt door een reis die Jacques Cartier, de jongste van de drie Cartier-broers, in 1912 maakte naar Bahrein, dat de bijnaam 'Het land van de parels' had gekregen.
In die tijd had Cartier drie grote boetieks in Parijs, Londen en New York, verdeeld over de drie broers. Brickell vond hun oude brieven in een koffer in het huis van haar grootvader en werd geraakt door de ambitie en vastberadenheid van de broers.
“De band tussen de broers was echt opvallend,” zei ze. “Ze hadden van jongs af aan de droom om de grootste juwelenfirma ter wereld op te bouwen. Het is opmerkelijk dat jonge jongens hun droom werkelijkheid laten worden. Het lijkt een sprookje, maar het is echt gebeurd.”
Pierre en Louis worden herinnerd als de ontwerp- en zakelijke genieën van het merk, terwijl Jacques - een edelsteenexpert die de Londense tak leidde - minder bekend is. Naar verluidt was hij een wijs en spiritueel man; hij wilde eigenlijk priester worden, geen juwelier. Hij riskeerde ook zijn leven aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog, ondanks dat hij tuberculose had.
Jacques was een fervent reiziger en zijn reizen waren van vitaal belang voor Cartiers groei en innovatie. Hij ging naar Egypte, waar hij kleine sieraden kocht. In Sri Lanka bezocht hij mijnen en bemachtigde hij saffieren. India was een andere belangrijke bestemming. Cartier onderhield nauwe banden met maharadja's en de Indiase liefde voor felle kleuren zou de inspiratie vormen voor Cartiers juwelen in de jaren 20 en 30, waarbij robijnen, saffieren en smaragden werden gecombineerd.
Met de hulp van een vertaler verdiepte Jacques zich in de plaatsen die hij bezocht. “Als hij bij de saffiermijnen komt, wil hij controleren of ze goed zijn ommuurd en of de mannen er echt veilig zijn,” legt Brickell uit. “Hij gaat niet alleen naar binnen en naar buiten en probeert de juwelen of de beste handel te krijgen - hij is oprecht geïnteresseerd in de mensen.”
Toen Jacques het Midden-Oosten bezocht, werd hij geïnspireerd door de unieke architectuur en maakte hij schetsen in zijn dagboeken. “Hij keek ernaar met het oog van een kunstenaar,” zei Brickell. “Zo was Jacques; als hij een plek bezocht, ging hij er niet alleen heen om te eten en de mensen te ontmoeten. Zijn bibliotheek staat vol met boeken over religies, culturen en kostuums. Hij wilde de cultuur echt van binnenuit begrijpen.” Uiteindelijk werden architectonische motieven uit de regio geïntegreerd in Cartiers klokken en sigarettendoosjes.
Jacques' reis naar Bahrein werd ingegeven door de concurrentie van de Parijse gebroeders Rosenthal, die al een exclusieve overeenkomst hadden gesloten om parels rechtstreeks aan de bron te kopen. Jacques was het met Louis eens dat hij op de terugweg uit India een stop moest maken in Bahrein om ook te profiteren. “De beste parels kwamen uit de Golf,” zei Brickell.
Het was Jacques' eerste keer in Bahrein, waar parelduiken de ruggengraat van de economie vormt. Hij voer mee in parelvissersboten en sprak met duikers, en ervoer blijkbaar een cultuurschok, vooral toen hij op de grond zat en at. Er bestaat een zeldzame zwart-witfoto van hem, gekleed in een net pak en met een sigaret in de hand, zittend tussen vier prominente parelhandelaars uit Bahrein.
Jacques bezegelde de deal en vele jaren lang genereerden parels een aanzienlijk deel van de inkomsten van Cartier - het merk werd gepromoot als 'importeur van parels'. De zaken gingen echter slecht toen, jaren later, gekweekte parels de markt torpedeerden en de waarde van natuurlijke parels deed kelderen. “Het was verschrikkelijk voor Cartier”, aldus Brickell. “Mijn opa vond het erger dan de Grote Depressie.”
Meer dan een eeuw later ondernam Brickell dezelfde reis naar Bahrein, in de voetsporen van haar overgrootvader en met zijn intieme dagboek als gids. Het was ook haar eerste bezoek aan het eiland in de Golf. Naast het geven van lezingen ging ze parelduiken en leerde ze wat een moeilijk beroep dat is. komt de glorie van het historische gebouw met al haar kunstschatten tot volle wasdom.
“De parels komen van de zeebodem. Het is niet per se een glamoureuze start, vergeleken met waar ze uiteindelijk terechtkomen. Het is goed om je daar bewust van te zijn.”
Brickell had contact gehad met enkele afstammelingen van de parelhandelaars op de foto van Jacques en ontmoette hen uiteindelijk om de foto van hun voorouders uit 1912 na te maken. “Het was onverwacht ontroerend,” herinnert Brickell zich. “Ik kreeg tranen in mijn ogen, omdat al hun families erbij waren. Het was gewoon verbazingwekkend om te bedenken dat al onze voorouders elkaar kenden. Er is een band die door de generaties heen blijft bestaan.”
Cartier werd ooit omschreven als de “Juwelier van Koningen en de Koning van Juweliers” en werd beroemd gedragen door onder andere Jackie Onassis, Elizabeth Taylor en prinses Diana. Brickell gelooft dat een van de belangrijkste geheimen van het langdurige succes van Cartier de familiewaarden van het bedrijf zijn. “Uiteindelijk bouwden ze langzaamaan een trouwe schare klanten op, maar ook werknemers,” voegt ze eraan toe. “Ze zorgden voor hun werknemers. Ze waren er zo trots op dat ze voor Cartier werkten.”
Brickell gaf haar carrière als financieel analist op om een boek te schrijven over de opmerkelijke geschiedenis van haar familie. Cartier werd 175 jaar geleden opgericht als een bescheiden startup met weinig geld en het heeft pandemieën, politieke revoluties, twee wereldoorlogen en wereldwijde financiële recessies overleefd.
“Het is een verhaal van veerkracht en ambitie. Het is niet allemaal perfect. Er zijn familieruzies en liefdesverdriet,” zei Brickell. “Ik wilde het verhaal delen. Ik had het gevoel dat ik hen dat verschuldigd was.”
Lees meer in het boek 'The Cartiers, the untold story of the family behind the jewelry empire'.
Verkrijgbaar bij elke boekhandel