Koyasan: het hart van het Japanse Shingon-boeddhisme

Koyasan wordt beschouwd als het spirituele centrum van het Shingon-boeddhisme, een esoterische stroming die in de 9e eeuw door de monnik Kūkai (postuum bekend als Kōbō Daishi) naar Japan werd gebracht. In 816 kreeg Kūkai toestemming van de keizer om een kloostercomplex te bouwen op de berg Kōya, een afgelegen, beboste plek die volgens hem ideaal was voor meditatie en spirituele training. 

Het hoofdtempelcomplex, Kongōbu-ji, fungeert nog steeds als het administratieve en rituele hart van de Shingon-school.Kōyasan is een van de meest bezochte boeddhistische bedevaartsoorden in Japan. Er loopt ook de bekende Shikoku 88-tempelpelgrimage langs plaatsen die met Kūkai zijn verbonden, maar veel pelgrims sluiten hun reis af in Kōyasan. 

Bijzinder bezienswaardig is Okunoin – een enorme begraafplaats met meer dan 200.000 graven en monumenten, waar Kūkai’s mausoleum zich bevindt. Volgens de Shingon-traditie is hij hier niet gestorven, maar in diepe meditatie (nyūjō). Danjo Garan – het oorspronkelijke tempelcomplex met pagodes, hallen en rituele gebouwen - is indrukwekkend. Kongōbu-ji, het hoofdkwartier van Shingon, heeft een prachtige rotstuin en historische schilderingen. 

Kōyasan werd in 2004 door UNESCO aangewezen als Werelderfgoed