Évora: een openluchtmuseum van geschiedenis en cultuur

Évora, hoofdstad van de Alentejo, werd in 1986 uitgeroepen tot Werelderfgoed vanwege haar uitzonderlijk goed bewaarde historische centrum, dat meer dan tweeduizend jaar geschiedenis omvat. De stad is een levend voorbeeld van een middeleeuwse stad met Romeinse, Moorse, gotische, renaissance- en barokinvloeden, die naadloos in elkaar overgaan. De stad was al bewoond in de Romeinse tijd, maar bloeide vooral tijdens de middeleeuwen als een belangrijk religieus en intellectueel centrum. Évora’s stratenpatroon, huizen en pleinen zijn nauwelijks veranderd sinds de 16e eeuw, toen de stad een bloeiend cultureel en religieus centrum was. 

De Tempel van Diana (1e eeuw n.Chr.) is een van de best bewaarde Romeinse tempels op het Iberisch schiereiland. De Kathedraal van Évora (13e eeuw) is de grootste middeleeuwse kathedraal van Portugal, met een prachtig gotisch portaal en een indrukwekkend interieur. 

De Kerk van São Francisco is beroemd om de macabere Kapel der Beenderen (Capela dos Ossos), versierd met de botten van meer dan 5000 monniken. 

Als zetel van aartsbisschoppen en koninklijke hoven speelde Évora een sleutelrol in de Portugese expansie en de verspreiding van humanistische ideeën in de Renaissance, mede dankzij de Universiteit van Évora, gesticht in 1559 door kardinaal-koning Hendrik.