
Nederlands en Unesco-werelderfgoed in betoverend Zuid-Japan
- Japan
- Groepsreis (Nederlandstalig)
- alleen / single
- met partner
- vrienden
- +5


.jpg?aspect_ratio=10:19&width=704&height=1338&format=jpeg)
In 1609 kwamen de Nederlanders in Japan aan met het schip De Liefde, dat al in 1600 in Japan was aangekomen met onder anderen de Engelsman William Adams (Miura Anjin). In dezelfde periode voerde shōgun Tokugawa Ieyasu een beleid waarbij buitenlandse handel werd gecontroleerd, maar nog niet volledig beperkt. De Nederlanders kregen in 1609, via een handelsvergunning (shuinjō), toestemming om handel te drijven, voornamelijk in koper, zijde, lakwerk en specerijen. Het Nederlandse handelsstation in Hirado was de eerste permanente vestiging van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in Japan en speelde een sleutelrol in de vroege Nederlands-Japanse betrekkingen in de 17e eeuw. In 1639 werden de Portugezen uit Japan verbannen, en de Nederlanders bleven als enige Europeanen over. Met de toestemming van de lokale heer Matsura Takanobu werd een Nederlandse factorijgebouwd met toestemming. Het shogunaat voerde rondom 1641 strengere isolatiepolitiek (sakoku). Men wantrouwde de grote Europese factorijen aan land. In 1641 werd de VOC gedwongen de factorij in Hirado af te breken en te verhuizen naar Dejima, een kunstmatig eiland in de baai van Nagasaki. Tegenwoordig is in Hirado een reconstructie van het VOC-gebouw te zien, gebouwd in 2011 op basis van historische tekeningen, en het Matsura Museum, dat een unieke collectie tentoonstelt over de vroege contacten tussen Japan en Nederland