Wildlife Noordpoolgebied

Walvis - Zuidpool - Antarctica

In het Noordpoolgebied is een grote diversiteit aan wildleven waar te nemen. De grootste kans om ijsberen te spotten is op Spitsbergen of Frans Jozelfland. Maar ook een ontmoeting met een poolvos, rendier of walvis zal u nog lang bijblijven. En vergeet ook vooral de bijzondere vogelsoorten en vele zee-zoogdieren niet.

King of the Arctic: de ijsbeer
Op zowel Spitsbergen als Franz Josefland is de kans groot om de 'King of the Arctic' daadwerkelijk te zien. IJsberen leven een solitair bestaan in het onmetelijke Arctische zee-ijs, maar zijn hier in hun element. Hier vangt hij zijn hoofdprooi de Ringelrob.

Mannetjes wegen 300 tot 800 kg, vrouwtjes 150 tot 300kg. Voor de jacht op ringel- of baardrobben onder deze barre omstandigheden is de ijsbeer goed aangepast. Hij is een goede zwemmer en als de temperatuur zakt tot min 35 graden hoeft de beer fysiek niets te doen om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Paringsrituelen van de ijsbeer vinden plaats in april of mei. Eind november gaat de drachtige berin haar sneeuwhol in, waar ze rond Kerstmis meestal twee jongen werpt die bij de geboorte amper 600 gram wegen. In het sneeuwhol zoogt zij haar kroost met melk die meer dan 30% vet bevat! De jonge beertjes groeien daardoor zeer snel zijn in april al rond de 15kg. Ze vertrekken dan samen met moeder naar het zee-ijs om op robbenjacht te gaan. Moederbeer heeft dan al meer dan drie maanden niet gegeten. Na twee jaar onder moeders toezicht kunnen de jonge beertjes op eigen benen staan. IJsberen kunnen makkelijk 25 jaar oud worden. Op Groenland is een ontmoeting met een ijsbeer niet uitgesloten, echter gezien de uitgestrektheid van het gebied is de kans nihil dat u hem gaat zien.

De bultrugwalvis
De bultrugwalvis behoort tot de baleinfamilie. Hij heeft langere borstvinnen dan andere walvissen. Een volwassen bultrugwalvis is ongeveer 15 meter lang, zijn borstvinnen zijn ongeveer 3,5 meter lang. Ze wegen tot wel 40 ton. De bultrug is wereldwijd bekend om de manier waarop hij uit het water springt (hierbij tilt hij zijn hele lichaam boven het water uit) en om zijn unieke gezang.

Vinvissen
De vinvis is nauw verwant aan de blauwe vinvis en is de op een na grootste diersoort ter wereld. Hij kan tot wel 26meter lang worden en zo’n 75 ton wegen.

De blauwe vinvis is een van de grootste dieren die ooit op aarde hebben bestaan en hij voedt zich met een van de kleinste (krill). Deze baleinwalvissen kunnen tot wel 30 meter lang worden en wegen 150 ton of meer. De blauwe vinvis is zeldzaam, maar is waargenomen in de wateren rondom Spitsbergen, met name langs de noordelijke kusten en aan de westkust van Spitsbergen. De dwergvinvis is de kleinste baleinwalvis. Een dwergvinvis kan tot 10 meter lang worden en bijna 10 ton wegen. Hij heeft een slank en gestroomlijnd lijf, donkergrijs aan de bovenkant met witte of lichte strepen op de borstvinnen.

De orka
De orka of zwaardwalvis is gemakkelijk te herkennen: ze zijn van boven zwart, van onderen wit, en hebben een witte vlek net boven de ogen. Volwassen mannetjes zijn doorgaans 6,7 tot 9 meter lang en wegen gemiddeld tussen de 5 en 8 ton. De vrouwtjes zijn iets kleiner, gemiddeld 5,5 tot 7 meter lang, en gemiddeld 2,5 tot 4 ton zwaar.
Orka's komen voor in bijna alle wereldzeeën. Ze lijken vaker voor te komen nabij de kust en lijken een voorkeur te hebben voor het koude water van de hogere breedtegraden in het Arctische en in het Antarctische gebied.
Vrouwtjesorka's kunnen soms ouder dan 80 worden. Mannetjes hebben een levensverwachting van ongeveer 30 jaar, maar er zijn gevallen van meer dan 50 jaar oude mannetjes bekend.

De narwal
De narwal of zee-eenhoorn spreekt tot de verbeelding bij veel mensen. Mannelijke narwals hebben een enkele lange slachttand die uit de linkerkant van de bek naar voren steekt. Er werd lang gedacht dat de mannetjes deze tand gebruikten bij zwaardgevechten om de hiërarchie vast te stellen. In 2005 werd ontdekt dat de tand een zeer gevoelig tastorgaan is. Narwallen leven in diepe Arctische wateren zoals de diepe fjorden in Groenland en bij Baffin Eiland in het noorden van Canada. Het gemiddelde gewicht van een volwassen mannetje is rond de 1500 kilo. Dat van een vrouwtje is ‘slechts’ 900 kilo.

Robben
In de zomer trekken veel soorten robben soorten naar de visrijke wateren rond de Noordpool om zich helemaal vol te eten en jongen te krijgen. Om hun jong groot te brengen verblijven de zeehonden enkele weken op een strand of op het ijs. Sommige soorten zeehonden maken gaten in het ijs om adem te kunnen halen. Bij deze luchtgaten dienen ze vaak als gemakkelijke prooi voor de ijsbeer. Robbensoorten die u op de Noordpool tegen kunt komen zijn de baardrob, zadelrob, ringrob en de gewone zeehond.

Walrussen
Walrussen kunnen een gewicht bereiken van meer dan duizend kilo! Ze leven, vreemd genoeg voor zo’n groot dier, voornamelijk van schelpdieren en zeebodemdieren. Deze bodemorganismen sporen ze op door de bodem om te woelen met hun enorme snorharen die als sensoren dienen. Een walrus kan wel 40 kg mosselen eten in één foerageer tocht!

Walrussen leven een gescheiden leven. De koeien met hun kalfjes vertoeven meestal dichter bij het zee-ijs en de stieren brengen het grootste deel van het jaar door met hun ‘maatjes’ verder van het ijs gelegen. Echter omstreeks februari/maart, ontmoeten alle dieren elkaar in traditionele open watergebieden. Dit is dan ook hét moment dat er voor de voortplanting wordt gezorgd. De vrouwtjes worden na een vertraging in de foetus ontwikkeling pas echt zwanger in mei. Na een draagtijd van een jaar worden de kalfjes geboren in mei het jaar daarop. De kalfjes blijven tenminste drie jaar bij hun moeder. De ‘boys’ vertrekken dan naar de vrijgezellenclub van mannen totdat ze minstens een jaar of 10 zijn en ze aan de voortplanting mee mogen doen. De vrouwtjes verdedigen met hun slagtanden hun kalfjes tegen de bedreiging van de ijsbeer. Walrussen kunnen makkelijk dertig jaar worden.

De poolvos
De poolvos is een familielid van alle andere vossen, de wolf en onze hond. Hij komt voor rondom het hele Arctische gebied. In de winter is de poolvos gehuld in een dikke witte vacht, maar deze verkleurt in het voorjaar tot een tweetonige bruine pels, die uiteraard dan ook dunner is. De paring van poolvossen vindt plaats in het vroege voorjaar. In mei, na een draagtijd van ongeveer 55 dagen worden in een hol in de grond of onder rotsen de jongen geboren. Poolvossen leven voornamelijk van lemmingen. Tijdens een zomerseizoen kan een familie poolvossen met jongen wel zo’n 4000 lemmingen verorberen! In Spitsbergen, waar Lemmingen ontbreken, zijn ze afhankelijk van wat zeevogelrotsen, eidereenden en ganzen- kolonies hen verschaffen. Daarom ziet u hier de vos regelmatig bij de grote vogelkolonies rondscharrelen die deze archipel rijk is. In de winter, wanneer al deze vogels naar het zuiden vertrokken zijn volgen ze ijsberen op het ijs om te leven van de prooiresten die worden achtergelaten door de beren. In Groenland leven de poolvossen in het noorden, boven 88 graden NB.

Het rendier
Het rendier is het meest noordelijke familielid van het hert en de enige soort waarvan de hinden ook een gewei dragen. In Scandinavië, op Spitsbergen maar zeker ook in Groenland, Nunavut (Arctisch Canada) en Alaska zijn ontmoetingen met rendieren frequent. Rendieren zijn zeer goed aangepast om te overleven onder barre omstandigheden waar de vegetatie nagenoeg ontbreekt. Om de winters goed door te komen leggen ze in de zomer veel vetreserves aan. De bronstijd is in het najaar en na een draagtijd van ongeveer zeven maanden wordt er in mei een enkel kalf geworpen. Deze wordt gedurende drie tot vier maanden gezoogd. In Spitsbergen was het rendier bijna uitgestorven door overbejaging, maar na volledige bescherming in 1925 is het aantal gestaag toegenomen. Het Spitsbergen rendier onderscheidt zich van andere rendieren in het Noordpoolgebied door opvallend korte benen en een stevig bovenlichaam. Hij heeft geen natuurlijke vijanden en wordt nooit in grote kuddes gezien. Doordat er niet meer op ze gejaagd wordt zijn de rendieren in Spitsbergen totaal niet schuw en kunnen dan ook tot dichtbij worden benaderd.

Zeevogels
Een aantal van de bekendste soorten vogels:
De kleine Alk, waarschijnlijk het talrijkste vogeltje in het noordelijk halfrond, geniet in het voorjaar van het enorme aanbod van kleine schaaldiertjes. Ze broeden soms in kolonies van enkele honderdduizenden! De Diksnavel Zeekoet trekt ook elk jaar naar de hogere breedte- graad om zich te goed te doen aan een klein visje, de Poolkabeljauw, die onder het drijfijs leeft. Al cruisend met een schip door het zeeijs ziet men deze soorten in talloze aantallen fourageren tussen de ijsschotsen. Drieteenmeeuwen vullen het schouwspel aan door het schip te volgen dat het ijs wegduwt, waardoor ze hun kans schoon zien om visjes te verschalken.

De muskusos
De muskusos zwerft over de toendra op zoek naar wortels, mossen en korstmossen. In de winter spit hij de sneeuw om met zijn hoeven om deze planten te kunnen grazen. In de zomer vult hij zijn dieet aan met Arctische bloemen en grassen. Muskusossen leven al vele duizenden jaren in het noordpoolgebied. Hun lange ruige haar heeft zich goed aangepast aan het koude klimaat. Muskusossen zijn kuddedieren. Groepen van tientallen dieren worden soms door een enkel vrouwtjesdier geleid. Bij een aanval door wolven of honden werken kuddes samen. Ze vormen een cirkel met hun jongen in het midden en richten hun scherpe horens naar buiten, naar hun vijand. Een in het nauw gedreven muskusos kan een geduchte vijand zijn wanneer hij met zijn enorme omvang aanvalt en zijn horens als dodelijk wapen probeert in te zetten. U zult de muskusos vooral in Groenland tegenkomen.

De poolhaas
De poolhaas is een haas uit de Lepoidae-familie en komt vooral voor op Groenland. Met zijn dikke wintervacht, waardoor hij weinig warmte verliest in de ijzige koude, is hij op Groenland algemeen en volkomen bestand tegen de strenge winters in zijn open en boomloze habitat. Ze leven in rotsachtige terreinen of hellingen met spleten om in te schuilen. Ze leven vaak solitair, maar vooral 's winters komen ze in grote groepen bijeen om te rennen. De groep kan bestaan uit zo'n 300 dieren. Hun voedsel bestaat uit gras, kruiden, struikjes, knoppen, schors, bladen en bessen, maar ook uit mossen en korstmossen en zelfs zeewier. Ook kleine dieren en aas worden gegeten door poolhazen