Varen door het zee-ijs en langs gletsjers

Op een expeditiecruise in het Noordpoolgebied die vroeg in het jaar plaats heeft, heeft u de meeste kans om door zee-ijs en langs gletsjers te kunnen varen. Zee-ijs is de benaming voor bevroren zeewater in de poolzeeën. Met name bij expedities naar Spitsbergen en ook naar Franz Josefland zult u zee-ijs tegenkomen.

Zee-ijs
Het zoute zeewater bevriest pas bij -1,8ºC. Belangrijke vormen van zee-ijs zijn drijfijs (drijvende stukken ijs), pakijs (op elkaar geschoven ijsschotsen) en fast-ice (ijs verbonden met het vasteland). De Noordpool is het gebied met de ongerepte massa poolijs. Niets is indrukwekkender dan langzaam maar zeker door ijs te varen waar nog geen scheurtje in te bekennen is. Heel voorzichtig en behendig manoeuvreert de kapitein zijn schip door de dichte ijsmassa. U luistert naar het kraken van het compacte ijs, ziet hoe het ijs tegen de wand van het schip aankruipt en u hoort het schuiven.

Gletsjers
Door honderden jaren opeenhoping van sneeuw ontstaan gletsjers en ijskappen. Deze 'flexibele' ijsmassa kruipt langzaam als dikke, bevroren stroop door de bergdalen naar het laagste punt, meestal de zee. De ijsbrokken die ‘s zomers door de hogere temperaturen van de gletsjer afkalven en in zee terecht komen noemen we ijsbergen. Deze bestaan dus uit zoet water. Soms valt de term 'ijskap', dit is een topografisch begrip: het is een gletsjer op een vlak stuk land. Het stromen van gletsjers oefent door onder meer het enorme gewicht een grote invloed uit op het onderliggende landschap. Zo zijn fjorden oude gletsjerdalen die nu vol zeewater staan. Daar waar het gletsjerfront het water ingeduwd wordt verliest het zijn ondersteuning van de ondergrond en breekt af, waarna een fotogenieke ijsberg achterblijft. Als uw met uw zodiac (verantwoord) dicht langs de gletsjer vaart en het grote brokstukken of ijszuilen zijn, kunt u de golfbewegingen voelen die het vallende ijs veroorzaakt.